Privé-aansprakelijkheid BV-directie
Een belangrijke reden om de ondermening onder te brengen in een BV (besloten vennootschap) is het vermijden van privé-aansprakelijkheid voor schulden van de onderneming. Anders dan bijvoorbeeld vennoten in een VOF (vennootschap onder firma) zijn bestuurders/eigenaren van een BV in beginsel niet aansprakelijk voor schulden van de onderneming.
Op bovengenoemde genoemde hoofdregel zijn in het verleden reeds diverse uitzonderingen gemaakt. Eén van de belangrijkste uitzonderingen is de regel dat de leidinggevende van de BV wél persoonlijk aansprakelijk te houden zijn indien de BV failliet gaat en het faillissement voor een belangrijk deel te wijten is aan 'wanbeleid' van de leidinggevenden.
Van wanbeleid zal in het algemeen geen sprake zijn als de BV failliet gaat om reden dat het 'economisch tij' niet mee zat; er is bijvoorbeeld sprake van een tegenvallende vraag naar het geproduceerde product. In dergelijke gevallen zijn leidinggevenden/bestuurders van de BV meestal niet persoonlijk aansprakelijk. Er zijn echter uitzonderingen, wij noemen er twee.
Verplichte Kredietopname
Op grond van jurisprudentie kan een bestuurder die de volledige zeggenschap heeft over een vennootschap –zoals de directeur grootaandeelhouder- persoonlijk aansprakelijk zijn tegenover de schuldeisers van de vennootschap in het geval de vennootschap zelf geen middelen heeft deze schulden te voldoen, maar zij deze middelen wel had kunnen hebben als zij gebruikt zou hebben gemaakt van een haar ter beschikking staande kredietfaciliteit. Simpeler gezegd: de vennootschap mag bij een bank krediet opnemen, maar laat dit na. Dit nalaten wordt 'gestraft'door de bestuurder privé-aansprakelijk te stellen, aangezien het nalaten –en daarmee het uitblijven van betaling van de schuldeisers- aan hem te wijten is.
Aangaan van Schulden
Een bestuurder die tevens grootaandeelhouder is kan eveneens privé-aansprakelijk zijn tegenover schuldeisers in die gevallen dat de bestuurder willens en wetens schulden namens de vennootschap aangaat, terwijl hij weet, of behoort te weten, dat de vennootschap deze schulden niet kan inlossen.
Belang voor de Praktijk
Bovengenoemde uitzonderingen zijn voor de praktijk van het dagelijks ondernemen van groot belang; zij leiden regelmatig tot verhaal van vennootschapschulden op de bestuurder/grootaandeelhouder.
Voor rechtshulp ter zake van deze kwesties kunt u terecht bij Recht & Raad.
Gespecialiseerd advies nodig?
Heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen, of hulp nodig van een gespecialiseerd jurist?
Neem dan contact op met Recht & Raad 020 - 6890 863